5 dingen die je niet moet zeggen als je boos bent op je kind. 

We weten allemaal wel wat boosheid is en wat het met ons doet.

We weten inmiddels ook, dat we achteraf vaak spijt hebben van onze reactie.

We zeggen dingen die we niet menen of reageren te heftig.


Let op wat je zegt. 

Jouw woorden hebben een grotere impact op je kind dan in eerste instantie wordt gedacht.


1. Stop met huilen

of 'er is niets aan de hand' of 'grote kindjes huilen niet'

Je kind zien huilen is absoluut niet leuk, of het in jouw ogen maar aanstellerij is of er is echt iets aan de hand, je kind huilt echt om een reden. 

Laat zijn/haar emoties lekker de vrije loop want huilen is juist goed!

Zo zorg je ervoor dat je kind zijn verdriet niet opkropt.

Want wees nou eerlijk, als jij huilt, wil je ook niet dat iemand tegen je zegt dat je moet stoppen.


2. Je gedraagt je als je vader

met andere woorden: papa gedraagt zich ook niet goed. 

Je moet je kind niet vergelijken met een ander en al zeker niet met zijn/haar vader.

Als je het nodig vindt om je kind te corrigeren, corrigeer dan zijn/haar gedrag en niet de persoon zelf.

Je kind is juist uniek. 


3. Wacht maar tot je vader/moeder thuis komt

Je bouwt hierdoor spanning op tussen je kind en je partner.

Je geeft ook nog eens toe dat je zelf geen controle hebt over de situatie. 

Deze 'onenigheid' of 'wat je kind ook gedaan heeft' gaat over dit moment en heeft dan ook nu je aandacht nodig.


4. Je maakt mij zo boos

Allereerst is je kind nooit verantwoordelijk voor jouw boosheid of hoe jij met je boosheid omgaat. 

Neem verantwoordelijkheid over hoe jij je voelt.

Je kind heeft niet de kracht om jou iets te laten voelen. 


5. Zwijgen, ik ben aan het woord

De stem van je kind is net zo belangrijk als van een volwassene. 

Leg je kind vriendelijk uit dat het even moet wachten tot jij of een ander is uitgepraat. 

Onderbreek dus ook niet je kind wanneer hij/zij iets aan jou wilt vertellen.


unsplash